Dit boek benadert seksuele, geweld- en levensdelicten vanuit een forensisch-psychologisch perspectief. Dit wil zeggen dat de nadruk ligt op de specifieke ontstaansgronden, motieven en dynamieken van de gewelddaden enerzijds en de persoonlijkheidsstructuren van daders anderzijds. De voornaamste concepten in dat verband zijn seksuele devianties, psychopathologische hechtingspatronen, woede, psychopathie, borderline persoonlijkheidsstoornis en schizofrenie. Er wordt ook aandacht geschonken aan twee forensisch psychologische thema’s die wel vaker van belang zijn bij de rechtspleging zoals (authentieke of gesimuleerde) amnesie bij daders en de betrouwbaarheid van de herinnering van slachtoffers van seksuele en gewelddelicten, zowel bij kinderen als volwassenen. Ten slotte worden de plaats en de taken van forensische psychologen en psychiaters binnen het gevangeniswezen belicht (opvang, begeleiding, advisering, risicotaxatie enz.), samen met de uitdagingen, mogelijkheden en knelpunten die deze opdrachten met zich meebrengen.
