Een bediende in een studentencafé, Annette, wordt door de cliëntele lastiggevallen, zonder er zichtbaar gebukt onder te gaan. Daardoor raakt Charlotte, een vrouw met sm-neigingen, tezamen met haar vriend Rutger, in opwinding. Wanneer de invalide moeder van Charlotte, die ze sinds jaar en dag verzorgt, komt te overlijden, breekt een tijd van bezinning aan. Leidraad is de 'Fioretti', een bloemlezing uit leven en werk van Franciscus van Assisi (1181-1226). Het gaat niet aan zich in perversiteiten uit te leven en de ander met identieke neigingen te laten verkommeren. Rutger ontfermt zich over Annette. Zijn huisgenote, Marjolijn, kent Franciscus van het middelbare-schoolcollege, dat zich door de minderbroeder liet inspireren. Haar verhouding met Rutger keert zich ten goede.
