De Drutense predikantenzoon mr. Roelof Marius Ribbius werd in 1880 benoemd tot gegradueerd lid van het Hof van Justitie van Curaçao. Negen jaar later volgde zijn benoeming tot Hofpresident. Hij kreeg die functie, ondanks bezwaren van de gouverneur en de procureur-generaal. Zij wezen op Ribbius' reputatie binnen de kolonie: schulden maken, losbandig leven, corruptie, diefstal, wangedrag, grootheidswaan en machtswellust, zonder enig moreel besef. Als schuldeisers aandringen, sleept Ribbius zijn knecht Henrique da Costa Gomez voor de rechtbank. Ribbius zou de ongeletterde knecht op pad hebben gestuurd met een boekje en bonnen. De Hofpresident beweerde dat zijn knecht het geld dat bestemd was voor bestelde goederen had verduisterd en/of dat deze knecht, zonder zijn toestemming, goederen bij de schuldeisers had besteld. Na aanvankelijke ontkenning, bekende Da Costa Gomez. Een veroordeling volgde. De auteur reconstrueert, samen met een advocaat, de procesgang - inclusief alle stukken - en analyseert de affaire, plus de achtergronden. Deze reconstructie is uiterst pijnlijk voor de rechtsorde op Curaçao en in Nederland. Opnieuw blijkt een kleine schandvlek op de Nederlandse geschiedenis een symptoom te zijn van een ziekelijk koloniaal systeem dat tot op de dag van vandaag doorwerkt aan beide zijden van de oceaan. Nizaar Makdoembaks is arts-onderzoeker en tevens voorzitter van de Stichting Eerherstel Oorlogsslachtoffers Curaçao (SEOC). Van zijn hand verscheen eerder onder andere De Aprilmoorden - Berichten vanaf het Kerkhof van de Schande (2012), Hoogste babysterfte van Nederland - Leven aan de onderkant in Amsterdam Zuidoost (2012), Chinezen gekwetst in Oost en West (2014) en De executie van Diana Marquez' vader (2016).