SARAH De negentienjarige Sarah Haselaar is weggelopen van huis. Doorweekt van de regen brengt ze de nacht buiten door. Ze krijgt hulp aangeboden van Dolores, die toevallig met een paar vrienden haar zien zitten op een bankje in een park. Dolores nodigt Sarah uit om met haar mee te gaan, omdat haar ouders drie maanden op vakantie zijn en het huis helemaal voor zichzelf heeft. In het huis voelt ze zich op haar gemak. Eén van Dolores' vrienden, Sam, probeert Sarah aan het praten te krijgen. Al snel krijgt ze berichtjes van bezorgde mensen. Iedereen vraagt zich af waarom ze is weggelopen van huis. Ook haar vriend Jacob, met wie ze een relatie heeft, is radeloos en smeekt haar om naar huis terug te gaan. De enige die precies weet wat er aan de hand is, is haar vader. Pas, wanneer een van haar zusjes om vage redenen in het ziekenhuis belandt, beseft ze dat ze niet de enige is met een geheim. Ze schaamt zich en durft er niet over te praten. Ze is bezorgd om haar drie zusjes die ze achter heeft gelaten, voelt zich er schuldig onder en vraagt zich af of het misschien toch beter is om terug te gaan naar huis. Wanneer ze uiteindelijk haar moeder in vertrouwen neemt, heeft dat bizarre gevolgen ... "Erover praten kon ze niet ..."