In 1960 vertrekt Siegfried Zöllner naar het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea om samen met de Nederlandse zendingsarts Wim Vriend te gaanwonen bij een nog volledig geïsoleerd levende Papua stam. In dit boek vertelthij over de eerste ontmoetingen met de Yali's die dan nog kannibalen zijn.In deze vergeten wereld woont hij te midden van dorpen die elkaar vijandiggezind zijn. Herhaaldelijk moet hij aanzien hoe oorlogen worden gevoerden daarbij mannen, vrouwen en kinderen worden gedood. Hij leert dewetten van bloedwraak kennen en probeert tussen de vijandelijke kampente bemiddelen. Na jarenlange geduldige arbeid komen er veranderingen:vijanden sluiten vrede en er ontstaan christelijke gemeenten, waarvoor deYali's zelf verantwoordelijkheid dragen. Er begint een nieuwe tijd. Tot 1973blijft Siegfried Zöllner met zijn gezin op de zendingspost Angguruk wonen.In dit boek beschrijft hij niet alleen de ontwikkelingen in het dal waar hij woont,hij vertelt ook wat er om hem heen gebeurt. Zo maakt hij de gespannenpolitieke situatie mee ten tijde van de overdracht van het gebied aanIndonesië. Daarmee begon voor de Papua's het lijden onder het Indonesischemilitaire geweld dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Ook nu nog isPapua een vergeten wereld.