In ‘Het wikkelhart’ van Bertram Koeleman (1979) zijn twee studiegenoten tijdens een vakantie op het Franse platteland getuige van een incident dat hen beiden op een fundamentele manier vormt. De verbeelding van Nick Tuin raakt hierdoor ontketend; in de jaren die volgen werkt hij obsessief aan een succesvol literair oeuvre. Bij zijn vriend Dom gebeurt het omgekeerde. Al sinds zijn jeugd wil hij schrijver worden, maar de herinnering aan het incident werpt permanente blokkades op. Wanneer Nick een nieuwe roman uitbrengt met precies dit incident als uitgangspunt voelt Dom woede en onmacht. Wat geeft Nick het recht om zo’n gevoelig aspect van hun gedeelde verleden openbaar te maken? In de weken na publicatie gaat Doms leven steeds meer parallellen vertonen met Nicks boek. Waar eindigt het boek en begint zijn werkelijkheid? Hoe ver mag een schrijver gaan? ‘Een scherpzinnige roman waarin het vliesje tussen droom en werkelijkheid flinterdun blijkt.’ – HUMO
Humo
‘Dit werk heeft trekjes van het type proza dat Haruki Murakami en Paul Auster schrijven’ – Thomas de Veen, NRC Handelsblad
NRC Handelsblad
**** - De Standaard
De Standaard
‘Een slimme mindfuck met een vleugje David Lynch.’ – Trouw Letter & Geest
Trouw
‘Koeleman weet de grens tussen feiten en fictie geraffineerd op te rekken’ **** - Gooi- en Eemlander, Leidsch Dagblad, Noordhollands Dagblad
De Gooi- En Eemlander
‘Koeleman schrijft dan ook fictie in haar puurste vorm’ – Tzum.org
Tzum.nl
‘Koeleman neemt je mee in een spiegelpaleis (…) waarbinnen de ik-figuur zich staande moet zien te houden. […] Het bijzondere aan het geheel is dat de schrijver nooit de realistische kanten van zijn verhaal uit het oog verliest.’ – De Groene Amsterdammer
De Groene Amsterdammer
‘Bertram Koeleman levert met Het wikkelhart opnieuw een fijn sinister boek af.’ – Haarlems Dagblad
Haarlems Dagblad