Omschrijving
Handleiding: Maak van je levensverhaal een waardevol boek! Je eigen levensverhaal schrijven is een droom van velen. Maar hoe pak je dat aan? Dit boek geeft inzicht in alle technieken om een boeiend, lezenswaardig verhaal te schrijven én te publiceren.
Dit boek helpt je niet alleen fouten en problemen te voorkomen, je zult er ook ideeën en inspiratie uit opdoen.
'Schrijf je levensverhaal' bestaat uit drie delen: 1. De voorbereiding; om vooraf de juiste keuzes te maken en de beschikbare informatie goed te ordenen.
2. De structuur; helpt je een goede verhaalstructuur te hanteren.
3. Het schrijven zelf helpt je jouw verhaal boeiend en vlot te schrijven.
Je leert het meeste van het toepassen van deze kennis. Daarom bevat ‘Schrijf je levensverhaal’ veel oefeningen, die een goede basis vormen voordat je met je uiteindelijke levensverhaal begint.
Een goed levensverhaal kost wat tijd en inspanning, maar geeft altijd veel voldoening.
Succes!
Renée Merkestijn
PS. Via de uitgever kun je heel eenvoudig 1 gedrukt exemplaar van jouw levensverhaal laten maken! Maak je levensverhaal tot een waardevol boek. Inclusief voucher voor 1 gedrukt exemplaar via de uitgeverij. Inhoud
Inleiding 11
Hoofdstuk 1. Voorbereiding: vorm, standpunt, omgevingsfactoren 15
1.1 Vorm 16
1.1.1 Biografie, autobiografie of memoires 16
1.1.2 Thematisch en anekdotisch levensverhaal 17
1.1.3 Realistisch of geromantiseerd levensverhaal 18
1.1.4 Dagboeken, brieven en fotoboeken 19
1.1.5 Fictief levensverhaal 20
1.2 Ik-vorm of hij-vorm 21
1.3 Tegenwoordige tijd of verleden tijd 22
1.4 Hoofdstukkenindeling 23
1.5 Oefeningen vorm 24
1.6 Standpunt bepalen 24
1.7 Oefeningen standpunt 27
1.8 Beschrijving of dialoog 28
1.9 Oefeningen beschrijving en dialoog 31
1.10 Omgevingsfactoren 31
1.10.1 Tijdsbeeld 31
1.10.2 Cultuur, achtergrond, taalgebruik 33
1.10.3 Sfeer 34
1.10.4 Locatie 35
1.11 Oefeningen omgevingsfactoren 35
1.12 Voorbeelden van levensverhalen 36
1.12.1 Zeilmeisje Laura Dekker, mijn verhaal 36
1.12.2 Echte mannen eten geen kaas. Vier jaren in handen van een loverboy 38
1.12.3 De Wolf, John 40
1.12.4 La Paay 41
1.12.5 Juliana, de jonge jaren van de Prinses der Nederlanden 43
1.12.6 Jambers, ik heb het gedaan 45
Hoofdstuk 2. Voorbereiding: je lezers, je doelgroep bepalen 47
2.1 Verband onderwerp en thema 48
2.2 Rekening houden met je doelgroep(en) 50
2.3 Contrast of overeenkomst tussen jouw leven en dat van je lezers 51
2.4 Verband doelgroep en onderwerp 55
2.5 Verband doelgroep en thema 56
2.6 Oefeningen 58
Hoofdstuk 3. Voorbereiding: het schrijfproces en het emotionele proces. 60
3.1 Het emotionele proces 60
3.1.1 Ondersteuning, feedback 61
3.2 Het schrijfproces 63
3.3 Oefeningen 65
Hoofdstuk 4. Voorbereiding: informatie verzamelen en ordenen 66
4.1 De drie elementen (gebeurtenis, karakter, omgeving) 66
4.2 Informatie verzamelen 67
4.3 Interviews houden 68
4.4 Informatie ordenen aan de hand van een tijdlijn 70
4.4.1 Voorbeeld tijdlijn Arno 75
4.5 Details van je levensverhaal ordenen 80
4.5.1 Mindmaps 80
4.5.2 Detailbladen 83
4.6 Persoonsbeschrijving 84
4.7 Oefeningen tijdlijn en persoonsbeschrijving 88
Hoofdstuk 5. Structuur: gebeurtenissen, plot 91
5.1 Plot 92
5.2 Spanningsboog 94
5.3 Inleiding of expositie 98
5.3.1 Inleiding starten met boeiende gebeurtenis 98
5.3.2 Inleiding starten met een boeiende karakterschets……………….100
5.4 Middendeel levensverhaal en (anti-)climax………………………………….102
5.5 Afronding 104
5.6 Spanningsboog in een hoofdstuk of paragraaf 107
5.7 Plot, hoofdlijn en nevenlijnen ordenen 108
5.8 Keerpunten, wendingen 111
5.9 Chronologische volgorde, flashbacks, flashforwards 113
5.10 Plot in je tijdlijn markeren 115
5.11 Oefeningen 117
Hoofdstuk 6. Structuur: karakter, hoofdpersoon en overige personen 119
6.1 Mede- en tegenspelers en figuranten 120
6.1.1 Figuranten 120
6.1.2 Mede- en tegenspelers (individuele personen) 121
6.1.3 Overige mede- en tegenspelers 124
6.2 Karakter van de hoofdpersoon 126
6.2.1 Karaktereigenschappen en het kernkwaliteitenmodel 127
6.2.2 Lijst karaktereigenschappen, kernkwaliteiten 129
6.3 Karakter, tegenstrijdigheden en consistentie 131
6.4 Uiterlijk en gewoonten 133
6.5 Contrast of overeenkomst tussen hoofdpersoon en overige personen 134
6.6 Samenhang visie, thema, doelen 135
6.7 Held, antiheld, sympathie, identificatie 136
6.8 Boodschap 138
6.9 Karakterontwikkeling van de hoofdpersoon 138
6.10 Oefeningen 140
Hoofdstuk 7. Structuur: omgevingsfactoren 142
7.1 Omgeving en waarneming 142
7.2 Omgeving in relatie tot andere elementen 145
7.3 Historische gebeurtenissen 146
7.4 Oefeningen 148
Hoofdstuk 8. Structuur: synopsis, hoofdstukkenindeling, werktitel 150
8.1 Synopsis 150
8.2 Hoofdstukkenindeling 153
8.2.1 Chronologische volgorde 154
8.2.3 Afwijken van chronologische volgorde 155
8.3 Inhoud van hoofdstukken en paragrafen beschrijven 156
8.4 Indelen hoofdstuk in paragrafen en alinea’s 160
8.5 Werktitel 162
8.6 Oefeningen 163
Hoofdstuk 9. Schrijven: beschrijving, dialoog, citaat 167
9.1 Uitgebreide of korte beschrijvingen? 167
9.2 Citaten en korte uitspraken 171
9.3 Dialogen 173
9.4 Innerlijke dialogen 177
9.5 Non-verbale communicatie 179
9.6 Heikele kwesties beschrijven 181
9.7 Oefeningen 185
Hoofdstuk 10. Schrijven: flashbacks, flashforwards, hints, perspectief 187
10.1 Flashbacks 187
10.2 Flashforwards 191
10.3 Hints 191
10.4 Historisch perspectief 193
10.5 Oefeningen 194
Hoofdstuk 11. Schrijven: paragraaf, alinea, zin en woord 195
11.1 Ritme 195
11.2 Logische opbouw in een alinea 199
11.2.1 Logische opeenvolging van beelden 199
11.2.2 Logische aansluiting van de zinnen 201
11.3 Logische opbouw in een paragraaf 203
11.4 Eenheid van de zinnen in een alinea 204
11.5 Accentzinnen 206
11.6 Openingszin nieuwe alinea 209
11.7 Accenten leggen op woorden en zinsdelen 210
11.8 Veelvoorkomende fouten 211
11.9 De juiste woorden kiezen 213
11.10 Taalgebruik hoofdpersoon 218
11.11 Oefeningen 219
Hoofdstuk 12. Schrijven: grammatica 220
12.1 Werkwoorden 220
12.1.1 Tegenwoordigetijdsvorm 220
12.1.2 Verledentijdsvorm 222
12.1.3 Voltooid deelwoord 223
12.2 Zelfstandige naamwoorden 225
12.2.1 Meervoudsvormen 225
12.2.2 Verkleinwoorden 227
12.3 Bijvoeglijk naamwoord 228
12.4 Samengestelde woorden 228
12.5 Voorzetsels 230
12.6 Getallen en hoofdletters 231
12.7 Leestekens 232
12.8 Interpunctie 233
12.9 Lastige grammaticale punten 234
12.10 Oefeningen 236
Hoofdstuk 13. Schrijven. Lay-out, afronding, publicatie 237
13.1 Lay-out en algemene regels 237
13.2 Correctieslagen 238
13.3 Illustraties, foto’s 239
13.4 Omslag van je boek 240
13.5 Publicatie 243
13.6 Oefeningen 246
Afsluiting. Inclusief citaten van schrijvers over schrijven 247