Deze ontroerende familie roman (fictie) speelt zich af in Nederland en deels in het voormalige Duitse Keizerrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wanneer Heinrich, baron von Schafthausen, kleinzoon van een aristocratische kolonel in het Pruisische leger, kortelings voor het begin van Wereldoorlog 1, als beroepsmilitair in het Nederlandse leger dienst neemt, zijn de rapen in zijn woonplaats gaar. Hoewel tot Nederlander genaturaliseerd, zet een harde kern binnen de gemeenschap in zijn woonplaats zich fel af tegen de 'overlopende' Duitse baron en zijn gezin. Treiterpartijen, intriges en aanslagen vallen het gezin Von Schafthausen ten deel. Liefde, leed, spanning, imposante voorvallen en een voortdurende dreiging van oorloggevaar zijn zoal de ingrediënten, waarmee de hoofdpersonen in dit boek worden geconfronteerd. De apotheose vindt plaats,wanneer plotsklaps uit het niets een tante van barones Charlotte opduikt,die vervolgens opzienbarende, bizarre onthullingen doet. Politieke- en militaire machtsverhoudingen voor, tijdens en na Wereldoorlog 1 op het Europese- en Wereldpodium zijn als historische wetenswaardigheden, in het tijdsbeeld van de roman, verweven.