Op een dag krijgt een verlegen ogende jongeman opdracht op pad te gaan om te zoeken naar een Onoverwinnelijk Zwaard, het zwaard is onoverwinnelijk in de handen van een rechtschapen persoon, die niets anders wil doen dan het nastreven van het goede, sterker nog, met dit zwaard in de vuist geklemd zal hij in staat zijn gerechtigheid te brengen voor zijn volk. Het lijkt een onbegonnen taak, de moed zakt hem eigenlijk bij voorbaat al in de schoenen, maar onderweg en dat is belangrijk, maakt hij vrienden, vaak spreken ze met elkaar over het doel van hun tocht en soms komen ze tot de slotsom dat het hebben van een doel in vriendschap belangrijker is dan het bereiken van het doel. Maar de tocht, die is een belevenis, avontuurlijk, geen moment verveling ook al verschijnen er donkere wolken aan de horizon, het geloof in het vinden van Djorndal, het Onoverwinnelijke Zwaard blijft onaangetast, maar zullen ze blijven geloven, misschien komen er in dit tweede en laatste deel nog meer barsten in dit geloof, of zullen ze volhardend blijven geloven, immers ze zijn al zo lang op weg, dan blijf je maar geloven of niet soms, we zullen zien hoe het afloopt.